Wat wij geloven

  • Wij geloven dat Adonai (G’d) zijn Woord, bekend als de Bijbel (dat is de Thora, de Profeten, de Geschriften -TENACH- en de Briit Chadasja, het Tweede Testament, onverdeeld de enige toetssteen is voor de waarheidsleer en traditie.

Geleid door Gods Geest richten wij ons leven naar Gods Woord, waardoor wij o.a. met vreugde de (feest)dagen van JHWH gedenken en onderhouden.

Zie noot 1 onderaan

  • Wij willen de Eeuwige (JHWH), de God van Awraham (Abraham), de God van  Jitschak (Izak) en de God van Ja’akov (Jakob) dienen.
  • Wij hebben Zijn Zoon, Jesjoea (Jezus) als de Masjiach (Messias) van heel Israël aangenomen als Heiland en Verlosser, en willen Hem volgen als mensen van de Weg.

Johannes 3 vers 16 – 18 en 34 – 36 verklaard  Jesjoea in zijn handelende positie

1 Korintiërs 15:28 verklaart Jesjoea’s  positie ten opzichte van de Eeuwige

Hebreeën 1 vers 1-3 verklaart de  Hemelse positie van Jesjoea

Openbaring 1 ver1-3 verklaart Jesjoea’s  Koninklijke positie

Efeze 1 vers 3 – 14 verklaart Jesjoea’s  eeuwige positie van voor de grondlegging de wereld

Zie ook noot 2 onderaan

  • Wij geloven in de Ruach haKodesh, de Heilige Geest. Deze Ruach is het onvervreemdbare wezen van de Eeuwige. Deze Ruach komt uit de Eeuwige voort en is zonder maat toebedeeld aan Jesjoea in zijn omhulling als menselijke verschijning. De Eeuwige, zijn Ruach en Jesjoea zijn eensgezind maar niet gelijk aan elkaar.

De Eeuwige is het tijdloos Wezen en overheerst alles in allen.

Jesjoea is als vertegenwoordiger van de Eeuwige verbonden met de Eeuwige Ruach van de Eeuwige zonder maat

De Ruach werkt zelfstandig, gelijk Hij wil toebedelen, binnen een drie-eensgezindheid tot een eensgezind doel

De positie van de Ruach verdient het om hier meer woorden aan te wijden dan de ene zin dat wij in de Ruach haKodesh geloven.

Wij geloven, dat wij als gelovigen uit de volkeren geënt zijn in de “Edele Olijf” (Israël Gods)

Zie noot 3  onderaan

  • Wij geloven dat wij medeburgers en huisgenoten van God zijn, gebouwd op het fundament van profeten en apostelen, terwijl Jesjoea haMasjiach (Jezus) zelf de hoeksteen is.

Zie noot 4   onderaan

  • Wij geloven dat gelovigen uit alle volkeren, die zich identificeren met de Goddelijk gegeven naam Israël, als zijn uitgekozen Volk en Zijn beloofde land, Gods gemeente is, gevormd uit de behouden zielen uit alle eeuwen geborgen in het lichaam van Jesjoea haMasjiach., die geborgen is in de Eeuwige

Zie noot 5 onderaan

  • Wij geloven, dat de eenheid in Ha Shem (G’d) zijn gemeente, zoals God dit bedoeld heeft, alleen levend  kan worden, wanneer  de onderwijzing door de Geest van de Ene  hersteld en praktisch  gedaan wordt.

Deze onderwijzing die in de Thora en de profeten aan ons via Israël overgedragen is,  wordt, is door Jesjoea haMasjiach niet afgeschaft, maar weder opgericht tot aan het herstel van de vervallen hut van David en volbracht door de dood te overwinnen.

Zie noot 6

  • Wij geloven dat wij, gelovigen uit de volkeren samen met de Messiasbelijdende Joden, opdracht hebben gekregen om zoekende gelovigen en niet-gelovigen tot discipel van Jesjoea te maken.

Zie noot 7

  • Wij geloven in een hemel als tijdelijke verblijfplaats der zielen die in de Eeuwige en de goddelijke autoriteit van Jesjoea geloven, de hemel
  • Wij geloven in een wederkomst van Jesjoea met al zijn getuigen en bewaarde zielen en engelenmachten
  • Wij geloven dat de nog levenden in een ondeelbaar ogenblik veranderd zullen worden en Jesjoea tegemoet gaan in de wolken, in de lucht en Hem inhalen
  • Wij geloven een periode van De Duizend Jaar met Jesjoea als Koning op de troon.
  • Wij geloven een opstanding  van de doden die in het graf zijn gebleven, een oordeel over de goddelozen en een beoordeling van de heiligen


NOTEN

1.

Deut. 4:2. U mag aan het woord dat ik u gebied, niets toevoegen en er ook niets van afdoen, opdat u de geboden van de Heere, uw God, die ik u gebied, in acht neemt.

Openb. 22:18-19. Want ik getuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn. En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven staan.

2.

Hand. 24:14. Maar dit erken ik voor u: dat ik volgens die Weg die zij sekte noemen, op die manier de God van de vaderen dien, en dat ik alles geloof wat er in de Wet en in de profeten geschreven staat.

De handelende positie van Jesjoea

Johannes 3:1618, 3436 Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.

Want Hij Die God gezonden heeft, spreekt de woorden van God, want God geeft Hem de Geest zonder maat. De Vader heeft de Zoon lief en heeft alle dingen in Zijn hand gegeven. Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.

Hiërarchische positie van Jesjoea ten opzichte van de Eeuwige

1 Korintiërs 15:28 En wanneer alle dingen aan Hem onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf Zich onderwerpen aan Hem Die alle dingen aan Hem onderworpen heeft, opdat God alles in allen zal zijn.

De Eeuwige positie van Jesjoea

Hebreeën 1: 1-3 Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon, Die Hij Erfgenaam gemaakt heeft van alles, door Wie Hij ook de wereld gemaakt heeft. Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid, Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord, heeft, nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen.

De Koninklijke positie van Jesjoea

Openbaring 1:4-6 Johannes aan de zeven gemeenten die in Asia zijn: genade zij u en vrede, van Hem Die is en Die was en Die komt, en van de zeven Geesten, Die voor Zijn troon zijn, en van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde. Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed, en Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader, Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.

De eeuwige positie van Jesjoea

Efeze 1:314 Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus,

Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus, omdat Hij ons vóór de grondlegging van de wereld in Hem uitverkoren heeft,

opdat wij heilig en smetteloos voor Hem zouden zijn in de liefde.

Hij heeft ons voorbestemd om als Zijn kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, in Zichzelf, overeenkomstig het welbehagen van Zijn wil, tot lof van de heerlijkheid van Zijn genade, waarmee Hij ons begenadigd heeft in de Geliefde.

 In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade, die Hij ons overvloedig geschonken heeft, in alle wijsheid en bedachtzaamheid, toen Hij ons, overeenkomstig Zijn welbehagen, dat Hij in Zichzelf voorgenomen had, het geheimenis van Zijn wil bekendmaakte,

 om in de bedeling van de volheid van de tijden alles weer in Christus bijeen te brengen, zowel wat in de hemel als wat op de aarde is.

In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil, opdat wij tot lof van Zijn heerlijkheid zouden zijn, wij, die al eerder onze hoop op Christus gevestigd hadden.

In Hem bent ook u, nadat u het Woord van de waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid, gehoord hebt; in Hem bent u ook, toen u tot geloof kwam, verzegeld met de Heilige Geest van de belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verlossing die ons ten deel viel, tot lof van Zijn heerlijkheid.

3.

Zelfs onder verwijzing naar Augustinus de door de Kerk gekenden theoloog.

De Kerk verklaarde het boek Wijsheid apocrief. Toch verwees Augustinus naar Hoofdstuk 7 van het boek Wijsheid waar vele prachtige dingen zijn beschreven die wij van harte ondersteunen.

De Wijsheid is de Heilige Geest

De NBV schrijft

Vers 4 en 5

De wijsheid zoekt geen onderkomen in een ziel die sluw is, ze woont niet in een lichaam

Dat door zonde wordt beheerst

Als de Heilige Geest onderwijst zij (Wijsheid) mensen. Bedrog ontvlucht ze.

Hoofdstuk 7 SV schrijft

21 Ik heb kennis van alle, beide van verborgen en openbare dingen, want de wijsheid, die van alle dingen een kunstenares is, heeft ze mij geleerd.

22 Want in haar is een geest die verstandig is, heilig, enig, menigvuldig, fijn, vaardig, rein, onbesmet, klaar, zacht, beminnende het goed, scherp, die niet kan verhinderd worden, weldadig.

23 Vriendelijk, vast, zeker, onbekommerd, die alles vermag, die op alles ziet, en die door alle verstandige, reine, allerfijnste geesten gaat.

24 Want de wijsheid is bewegelijker dan alle beweging, vaart door, en gaat door alle dingen vanwege haar reinheid.

25 Want zij is een damp der kracht Gods, en een zuivere uitvloeiing der heerlijkheid van de almachtige, daarom valt in haar niets dat besmet is.

26 Want zij is een afschijnsel des eeuwigen lichts, en een onbevlekte spiegel van Gods werkende kracht, en een beeld zijner goedheid.

27 En enig zijnde kan zij alles doen, en blijvende in zichzelf, vernieuwt zij alle dingen, en van geslacht tot geslacht, in de heilige zielen overgaande, maakt zij vrienden Gods en profeten.

28 Want God bemint niets, dan degene, die bij de wijsheid woont.

29 Want zij is schoner dan de zon, en verheven boven alle sterren, bij het licht vergeleken zijnde, wordt zij voortreffelijker bevonden.

30 Want na dat licht komt de nacht, maar de boosheid zal de wijsheid niet overweldigen.

4.

Rom. 11:16-18. Als een klein deel van het deeg aan God is gewijd, is al het andere deeg het ook; als de wortel aan God is gewijd, zijn de takken het ook. En als nu sommige takken van de edele olijfboom zijn afgebroken en u, loten van een wilde olijfboom, tussen de overgebleven takken bent geënt en mag delen in de vruchtbaarheid van de wortel, dan moet u zich niet boven de takken verheffen. Als u dat doet, moet u goed bedenken dat niet u de wortel draagt, maar de wortel u.

Gal. 6:16. En allen die in overeenstemming met deze regel wandelen: vrede en barmhartigheid zij over hen en over het Israël van God.

5.

Efeze 2:19: Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en de profeten, met Christus Jezus als hoeksteen.

6.

Deut. 26:15. Zie neer uit Uw heilige woning, uit de hemel, en zegen Uw volk Israël en het land dat U ons gegeven hebt, zoals U onze vaderen gezworen hebt, een land dat overvloeit van melk en honing.

Ruth 1:16. Maar Ruth antwoordde: Vraag me toch niet langer u te verlaten en terug te gaan, weg van u. Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt zal ik slapen; Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God.

7.

Matth. 5:17–19. Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar om te vervullen. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is. Wie dan één van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen.

Klaagliederen 2:6 Hij heeft als in een tuin Zijn hut met geweld omvergehaald, waw Hij heeft Zijn plaats van samenkomst te gronde gericht; De HEERE heeft in Sion laten vergeten feestdag en sabbat. Hij heeft in Zijn grimmige toorn verworpen koning en priester.

Handelingen 15:1417 Simeon heeft verteld hoe God voorheen naar de heidenen omgezien heeft om voor Zijn Naam uit hen een volk aan te nemen. 

En hiermee stemmen de woorden van de profeten overeen, zoals geschreven staat: 

zal Ik terugkeren en de vervallen hut van David weer opbouwen, en wat is afgebroken, weer opbouwen en Ik zal hem weer oprichten, opdat de mensen

overgebleven zijn, de Heere zouden zoeken, en alle heidenen over wie Mijn Naam uitgeroepen is, spreekt de Heere, Die dit alles doet.

8.

Matth. 28:19-20. Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat ik u geboden heb, in acht te nemen.

En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen